“Indy, kom je nou eten?” Waar blijft hij toch? Indy is in de keuken en schrijft op het whiteboard: ik ga eten.
Na onze verhuizing is er dan eindelijk weer een whiteboard in huis. Voorheen leefden we met dit soort borden. Alles werd opgeschreven, opgeplakt, uitgelegd, benadrukt, besproken en soms uitgeveegd. Van jongs af aan, de hele dag door. Van de eerste losse woorden, duidelijk en groot opgeschreven tot later snel geschreven teksten. Het was een belangrijk onderdeel in het leren lezen en praten van Indy, maar ook bij het rekenen en later het zelf leren schrijven. Door het continue gebruik van het bord kreeg het besprokene betekenis. Lezen, schrijven en rekenen kregen een directe betekenis in zijn leven. Ik schreef de nieuwe woorden die we leerden op, maar ook de eerste zinnetjes, het dagritme en uitleg van situaties, uitleg van betekenissen, regels en inzichten, uitspraak en articulatie van woorden en zinnen en andere dingen die onthouden moesten worden. De verschillende borden waren altijd bij de hand en werden dus vaak gebruikt. Geschreven taal vervliegt niet zoals gesproken taal, maar blijft staan.
Een paar jaar geleden was ik al onder de indruk van mijn zoon Dion die een poosje op Indy zou passen. Als vanzelfsprekend gebruikte hij het bord om helderheid en duidelijkheid te verschaffen aan Indy. Een duidelijke spiegeling van hoe ik dat altijd deed.
Naarmate Indy zijn schrijfvaardigheden verbeterde, ging hij ook vaker zelf het bord gebruiken. Soms uit ergernis omdat ik het niet voor hem wilde opschrijven (“Je weet het wel Indy, dan hoef ik het niet meer op te schrijven”). Soms omdat hij zijn wensen duidelijk wilde maken, bijvoorbeeld als hij erg veel zin had in bruine bonen. Ook veegde hij wel eens iets uit wat hem minder aansprak.
Nu hangt er dus weer een bord in huis en meteen wordt het bord weer gebruikt. Er staat ‘ik ga eten’ en even later ‘dat was lekker’ en ‘ik ga werken’. Het is duidelijk dat Indy niet alleen heel veel geleerd heeft door het bord, maar dat hij hem ook heeft gemist!