Genietend van een mooie zomeravond in Zuid-Frankrijk neem ik samen met mijn echtgenoot de dag door. Allereerst komen de vakantieperikelen aan de orde. Bijna achteloos vertel ik dat ik die dag een uitnodiging heb gekregen om een proefcolumn te schrijven voor het vakblad Logopedie.
Mijn echtgenoot kijkt me aan en zegt: ‘Dat snap ik wel. Jij hebt een bijna onbedwingbare behoefte om over je vak te vertellen! Je vertelt vanuit je eigen ervaring en doet dat met eerlijkheid en passie. Verder zie jij kansen, waar anderen vaak alleen de problemen zien. Wellicht willen collega’s dat wel horen.’ Ik sla zijn woorden op en bekijk nog eens de schets van de columnist zoals de redactie geformuleerd heeft. ‘Voldoe ik daaraan?’, is de vraag die ik mezelf voorleg. Ik besluit er eerst eens een nachtje over te slapen. Dat worden er uiteindelijk vier, want de profielschets roept bij mij vragen op, die een retrospectief aspect in zich dragen.
Doordat ik afstand heb genomen van mijn dagelijkse beslommeringen ontstaat er ruimte om naar mijn eigen handelen te kijken. Wat zijn mijn overtuigingen als mens en wat is de invloed daarvan op mij als hulpverlener in de zorg? Wat versta ik eigenlijk onder goed hulpverlenerschap? Hoe pas ik dat dan toe in mijn werk en dan niet alleen als hulpverlener? Mijn overtuigingen als werkgever, als ondernemer, als moeder van een dochter die ook logopedist is en als trainer zijn bovendien niet op alle vlakken hetzelfde.
Vier dagen later zit ik opnieuw ’s avonds met mijn echtgenoot, genietend van een glas rosé, aan tafel in Zuid-Frankrijk. ‘Hoe staat het eigenlijk met die proefcolumn?’, vraagt hij. Er ontspint zich een langdurig gesprek, waarin ik aangeef dat dit gegeven vele vragen bij mij oproept, waarover ik toch echt even moet nadenken.
‘Ja, dat is jouw strategie!’ vertelt hij. ‘Alles van alle kanten bekijken, zonder oordeel. Niet direct je mening al klaar hebben, maar alle facetten meenemen en dan pas je mening vormen. Daarbij vind ik een bijzondere eigenschap van je dat je zo flexibel bent, je zo goed kunt aanpassen aan al die veranderingen die in jullie vak voortdurend aan de orde zijn. Je hebt een optimistische kijk op je vak en wilt dat uitdragen’. Hij leest verder in zijn boek.
Opnieuw denk ik na over zijn woorden. Tof, zo’n echtgenoot die je zo goed kent. Dan kijkt hij weer op uit zijn boek en zegt: ‘Ik vind het wel fijn wanneer je ’s avonds wat minder lang werkt aan die administratie. Kun je dat niet eens anders organiseren? Dan hebben we misschien niet alleen in de vakanties dit soort gesprekken…’
OK! Het is een goed plan om daar actie op te ondernemen. Dankbaar dat de ruimte in mijn hoofd maakt dat ik tot nieuwe inzichten kon komen. Ik besluit een proefcolumn te schrijven en of het voldoende is om geplaatst te worden in ons vakblad Logopedie doet er eigenlijk niet toe. Flexibel, eerlijk, passievol, ondernemend en niet oordelend, ik vind het goed.
Deze week kreeg ik een mail dat mijn column niet geplaatst wordt. Het oordeel van de redactie: ‘We vinden allemaal unaniem je schrijfstijl heel prettig. De manier waarop je het onderwerp invliegt en probeert een helicopterview te hanteren past echter niet bij wat we zoeken’.
Dan ben ik dus niet de columnist voor het vakblad Logopedie. Het nadenken en schrijven van de proefcolumn resulteerde echter in een reflecteren op mijn logopedisch handelen, een herijking van mijn normen en waarden in de logopedische zorg en een goed gesprek met mijn echtgenoot.
Daar ben ik blij mee!